Do

Het begrip “Do” kreeg een vaste betekenis in het 17de eeuwse Japan in het begrip “Bushido”. “Bushido” kan in het Engels het best vertaald worden door “The way of the warrior”. De Nederlandse vertaling “het gedrag van de vechter” bekt wat minder lekker. “Do” verwijst niet alleen naar de technische beheersing van gevechtstechnieken (“kunde”) en naar de mentale instelling die je in een gevecht moet hebben (een ontspannen, geconcentreerde instelling, waarbij je als het ware vanzelf in een ‘flow’ reageert; “kunst”), maar ook naar de morele houding die een vechter moet hebben in een gevecht, maar ook daar buiten: een getraind vechter dient zich aan een hogere morele standaard te houden. Respect voor de medemens staat hierbij centraal. De morele standaard in Bushido en via het Bushido in de vechtsporten is sterk beïnvloed door het Boeddhisme en het Confucianisme (voor details verwijzen we naar Wikipedia, naar de Engelse versie, de Nederlandse is wel erg beknopt).

Morele waarden

De tekst hieronder is in de hij-vorm geformuleerd, maar is ook van toepassing in de zij-vorm.

In het traditionele Taekwon-do en voor de UTI spelen geestelijke waarden een prominente rol. Het betreft niet alleen waarden die effect hebben op de motoriek (zoals we die in onze beschouwingen over do gezien hebben) maar ook morele: door gevechtstechnieken te perfectioneren neem je meer verantwoordelijkheid op je.

De grondleggers van Taekwon-do hebben de morele waarden geformuleerd in vijf regels. Je vindt ze hieronder. De UTI onderschrijft ze volledig. Je moet bij lezing echter beseffen dat het in feite gaat om een persoonlijke ontwikkeling tot een ‘zuiver mens’. Dit mag vaag klinken. Maar het gaat erom dat er niet verwacht wordt dat je een heilige taekwondoka bent maar een beoefenaar van een vechtkunst met goede maar ook minder goede kanten en dat je probeert daar zo oprecht mogelijk mee om te gaan. Dat is een leerproces dat, in ons geval, verbonden is aan het beoefenen van Taekwon-do. De regels worden daarom ook wel doelstellingen genoemd.

De vijf regels zijn zo onafhankelijk mogelijk van tijd en cultuur geformuleerd. Je zult ze persoonlijk moeten vertalen naar je eigen situatie. De regels zijn van toepassing ook buiten de Taekwon-do beoefening. In 'n enkel woord of in 'n bijzin zijn enkele meer specifiekere consequenties voor Taekwon-do aangestipt.

De regels zijn alleen in samenhang met elkaar te gebruiken. Beleefdheid is bijvoorbeeld ‘hol’ als je niet integer bent.

Regels

Als Taekwondoka moet je je de volgende vijf regels ter harte nemen.
Beleefdheid
Je dient de algemeen geldende beleefdheidsregels in acht te nemen en bovendien die die bij Taekwon-do behoren.
Integriteit
Je dient het verschil te weten tussen goed en kwaad en je dient je gewetensvol te gedragen. Als je fouten maakt dien je dat te erkennen en moet je er lering uit trekken.
Een graduatie waar je geen recht op hebt mag je niet accepteren. Je mag je graad niet gebruiken om je boven een ander te stellen, om onjuiste technieken te instruëren, of voor eigen gewin.
Doorzettingsvermogen
De basis voor het beheersen van Taekwon-do ligt in je doorzettingsvermogen. Iedere hindernis kan met geduld en doorzettingsvermogen genomen worden; geduld leidt tot inzicht, doorzettingsvermogen tot resultaat.
Zelfdiscipline
Je dient onder alle omstandigheden je zelfbeheersing te bewaren. Verlies van zelfbeheersing, binnen, maar ook buiten de Dojang, kan leiden tot grote schade voor jezelf, voor anderen, en voor Taekwon-do. Zelfdiscipline betekent ook dat je, om je doel te bereiken, de moeilijkheden niet uit de weg gaat.
Ontembare geest
Je staat achter je principes en je komt op voor vrijheid en rechtvaardigheid zonder je te laten intimideren door macht of geweld. Je breekt je gegeven woord nooit.

Gedragscode

Met de vaardigheden die je je als taekwondoka eigen gemaakt heb moet je verantwoord omgaan. Dat moet je binnen maar ook buiten de Dojang. En het geldt voor alle taekwondoka's, voor de beginnende leerling net zo goed als voor de leraar. Op grond van de morele regels die hierboven verwoord zijn hebben de grondleggers van de Taekwon-do de volgende gedragscode geformuleerd. De gedragscode geldt voor alle serieuze Taekwon-do beoefenaars.

Zelfverdediging
Als je je in een bedreigende situatie bevindt moet je je proberen te verdedigen volgens het proportionaliteitsprincipe: de tegenaanval moet in verhouding staan met het geweld dat de aanvaller gebruikt.
Wedstrijdmentaliteit
Bij Taekwon-do als sportbeoefening dient het sportieve resultaat het doel te zijn. Er mag geen letsel toegebracht worden. Sportiviteit is het accepteren van winst of verlies zonder haatdragende gevoelens.
Relatie leraar-leerling
Leraar. Een leraar is niet alleen verantwoordelijk voor het verzorgen van goede Taekwon-do lessen, maar hij staat ook in persoonlijke zaken met raad en daad terzijde. De leraar dient op basis van de persoonlijke capaciteiten van zijn leerling zorg dragen voor de individuele ontwikkeling. De leraar hoort zijn leerlingen met respect te behandelen en volgens morele regels van de Taekwon-do te onderrichten.
Leerling. De leerling dient zijn leraar met respect te behandelen en zich altijd optimaal in te zetten. Hij dient een positief voorbeeld te zijn voor zijn medemensen, en meer specifiek voor zijn medestudenten, en hij dient zijn leraar waar mogelijk te ondersteunen. De leerling is opofferingsgezind in alle situaties. Hij is loyaal aan de morele regels van de Taekwon-do, zijn leraar en de organisatie.

De tekst hierboven is grotendeels overgenomen uit "Taekwon-do werkboek 2&3 Dan", door K. van Orsouw, J. Teeuwissen en S. van Oeveren, een uitgave van de UTI, p.12-14. Een deel is ook te vinden in het UTI paspoort.